Hallo iedereen
Na mijn wedstrijd in Gent heb ik nog 1 wedstrijd in Nederland gedaan. Mijn laatste 1500m van het seizoen was meteen de snelste, met 4.17.36. Deze keer een gans ander wedstrijdverloop met doorkomsttijden van 2.16 en 2.51 aan de 1000m. Dit was een 4-tal seconden trager doorkomen dan vb. Op de Nacht van Atletiek, maar toch een iets snellere eindtijd. Een gans ander gevoel om te lopen en de laatste ronde kon ik dan ook veel beter tempo aanhouden. Jammer genoeg liepen er heel wat atleten in een soort jojo tempo. In de rechte lijnen liepen ze meer door en in de bochten kwam alles opgestopt te zitten. Doordat ik een egaal tempo wilde lopen, kwam ik zo in de bochten telkens tot baan 2 of soms zelf 3, maar tegen dat ik er naast of net over kwam, was er terug de rechte lijn, waarin het weer op een lint kwam. Dit zal me wel wat energie gekost hebben, maar anderzijds bewijst de tijd nog maar eens dat 4.17 verre van uitschieters zijn. Al zal ik er niet om liegen, ik had gehoopt al sneller te lopen dit seizoen. Op basis van trainingen zat het er ook echt in, maar topsport is geen exacte wetenschap en zeker niet in een lichaam dat dagelijks zware medicatie moet nemen. Na 2 jaar uit competitie is terugkomen op dit niveau ook verre van slecht en ik ben dankbaar dat deze stap alweer gezet is. Maar m’n droom ligt natuurlijk een gans niveau hoger, en daarvoor zijn er nog heel wat stappen nodig. Eerst dacht ik m’n seizoen nog iets langer te maken, nog enkele wedstrijden te doen en proberen die snellere tijd er te laten uitkomen. Maar anderzijds heeft dit forceren geen zin. Het is zinvoller te werken aan enkele van de stappen die gezet moeten worden om weer een niveau hoger te kunnen presteren, dan m’n lichaam volledig uit te melken en compleet leeg aan m’n stageperiode kiné te beginnen en aan de opbouwperiode qua lopen. Wedstrijden zijn nog een belasting hoger en dit kunnen we maar een aantal weken toelaten om niet over bepaalde grenzen te gaan die schade zouden aanrichten. M’n eerste wedstrijdseizoen sinds 2 jaar zit er dus bij deze op. Gelukkig hebben we heel wat vlakken waar, ondanks gans de situatie, nog veel progressie mogelijk is, en we vertrouwen erop dat dit ook gepaard zal gaan met snellere tijden en een beter gevoel. Uiteraard: alles op z’n tijd, we mogen niets forceren. Gans m’n wedstrijdperiode was het ook thesissen geblazen, een werkwoord om u tegen te zeggen. Ondertussen kan ik het woord niet meer horen ( en m’n mama waarschijnlijk ook niet;)) of zien, en ook bij het horen van het synoniem masterproef zet ik het nu op een hollen. In een ziek lichaam is het vaak moeilijk om het woordje EN te integreren in m’n leven. Ik moet continu keuzes maken waar ik m’n energie zal insteken, en helaas heb ik een vergrootglas nodig om die portie energie te kunnen zien. Ik wilde enkele wedstrijden doen, die stap was dit seizoen eigenlijk de belangrijkste in het proces van de komende jaren, terug ritme opdoen en voelen wat de impact is van competitie en hoe we hiermee kunnen omgaan. Maar m’n thesis en examens vielen knal in dezelfde periode. EN was dus nodig, met enkel de energie voor OF of zelf blanco. Niet evident dus en al zeker niet als je het allemaal dan nog eens zo goed mogelijk wilt doen. Gelukkig had ik de onvoorwaardelijke steun van m’n ouders, zus en vriend, maar ook zij kijken soms angstig toe en zoeken naar oplossingen om alles iets vlotter te laten verlopen, of mij wat te temperen of kalmeren. Een thesis kan je blijven nalezen en aanpassen en had ik het niet ingediend was ik ondertussen waarschijnlijk al knettergek geworden. Maar ik kan oprecht zeggen dat ik trots ben op het eindresultaat. Er zijn heel veel werkuren/dagen/weken/maanden ingekropen, maar het heeft geloond. Dit is toch alweer een enorm obstakel minder op m’n weg en een grote stap dichter bij het verwezenlijken van een van m’n doelen/dromen: m’n kinesitherapie diploma behalen. De verdediging is ook al achter de rug. Een zenuwslopend moment en m’n zenuwen hadden dolle pret, en vuurden alsof ze zich midden in het nieuwjaars vuurwerk op hun hoogtepunt bevonden. M’n lichaam onder spanning en enorme vermoeidheid: verrassingen verzekerd, maar het woordje aangenaam was ver te zoeken. Ik was ook vaker niet dan wel te genieten voor m’n naasten, het water stond (staat) me soms aan de lippen en het voelt alsof watertrappelen het enige is wat ik kan doen, al zou ik liever met grote krachtige slagen zwemmen. De energie om alles rustig uit te leggen waarom ik knorrig sta ontbrak me totaal, en soms was er zelf geen uitleg maar gewoon dat lege, energieloze gevoel, gepaard met continu pijnsignalen. Het mag absoluut geen excuus zijn om dan bitsig of kort te reageren, maar soms floepte het eruit nog voor ik m’n tong kon omdraaien. En daar voel ik me dan nog meer ambetant bij, want ondanks dat niemand het verdient, zijn zij wel de laatsten die dit verdienen. Gelukkig weten ze wel hoe en wat, maar leuk is het nooit. Niet dat ik het aan hen merkte hoor, m’n rots in de branding gaf geen krimp, ik bewonder hen enorm! Na m’n thesis verdediging ben ik dan een weekje naar de Spaanse Pyreneeën getrokken. Ik keek er echt enorm naar uit om wat tot rust te komen in de natuur en even alles achter me te laten. De eerste 2à3 dagen lukte dit ook vrij goed en het wandelen en zitten tussen al het groen deed deugd! Dag 3 werd ik ziek en tot en met het einde van de reis, heb ik meer m’n bed gezien dan iets anders. Ik kon wel vloeken en tieren van frustratie, (eigenlijk niet want ik had toen helemaal geen energie) maar ik hield beter m’n mond toe want er kwam alleen maar braaksel uit. De koorts was een ware ramp want m’n nevenwerkingen worden hierdoor gigantisch uitvergroot, ik mocht m’n vergrootglas meteen opbergen;). Waarschijnlijk een buikgriep, en alhoewel zoiets nooit gepast komt, kon het bijna niet meer ongelegen komen dan toen. Als je al maar 1 weekje hebt, en je wel weet dat je die nevenwerkingen jammer genoeg niet ergens kan achterlaten maar als bagage mee neemt, wil je er toch ten volle van kunnen genieten en dan hoort ziek zijn daar echt in de verste verte niet bij. Ik zou willen boos zijn als ik zou weten op wie of wat, ik ben ook boos, maar ik weet niet op wie of wat;) Het werkt zo niet. M’n lichaam is gewoon uitgeput van de wedstrijden en thesis, en onder die behandeling komt je weerstand dan meteen in de gevarenzone waarin het voor al de bacteriën, virussen e.d. open deur houdt. Ik hoop toch dat die deur nu vergrendeld is met de zwaarste sloten en gietijzer, want ik ben het echt beu. Al weet ik dat ik op dat vlak weinig te kiezen of te willen heb. Er stond sowieso geen lopen op in die week, maar enkele mooie wandelingen. Tijdens m’n zieke dagen was ik al blij dat ik van m’n bed naar de wc geraakte en omgekeerd, dus het was geen overbodige luxe, m’n ”rustperiode”. Hoe dan ook, we hebben er toch het beste van gemaakt, maar die overvolle batterijen waar ik op gehoopt had, staan nu in de rode zone te pinken en hun laatste procentjes energie uit te putten. Ik hoop dat ik op zonne-energie kan opladen terwijl ik m’n stage doe de komende maanden, zodat ik op die manier die periode kan doorstaan;) Komende maanden ga ik dus de laatste rechte, maar zeer steile lijn, van m’n studie in. Ik moet daarin 3 voltijdse maanden stage doen, maar zal eigenlijk tussen september en december/januari m’n uren volbrengen. Niet alles zal voltijds zijn, want 40 uur per week is voor mij nu niet weggelegd. Anders zou ik niet als kiné kunnen werken, maar eerder als deurmat voor de patiënten. Eind januari, na m’n examen religie, kan ik dan m’n diploma in ontvangst nemen en daar kijk ik enorm naar uit! Daarnaast hoop ik op loopvlak m’n conditie te kunnen onderhouden of opvoeren, zodat er dan in januari, wanneer m’n studie wegvalt, meer energie en tijd vrijkomt om de trainingen op te voeren, meer rust in te lassen en ook wat meer energie om met m’n dierbaren iets leuks te doen. Onrechtstreeks of rechtstreeks zal dit ook meer energie opleveren, omdat dit me gewoon gelukkig maakt. Qua behandeling moet ik heel binnenkort terug naar Leuven. Opnieuw kijk ik er niet naar uit. De afgelopen maanden kan je vergelijken met watertrappelen in een kibbelende Noordzee. Niets rampzalig, maar je geraakt er ook niet mee vooruit. Het enige wat je bekomt, is dat je niet verzuipt. Ik ben absoluut niet aan het wachten op een reuzenstorm met grote golven, maar het kan dat dit eraan zit te komen. Ik hoop eerder dat ik na een nacht watertrappelen als bij wonder grond onder m’n voeten voel en eindelijk aan wal kan komen. Maar we zullen zien wat het wordt. Ik zal alvast m’n nachtelijke dosis medicatie proberen naar overdag te plaatsen, het zal wat ”honger lijden” worden en aanvoelen als een kind in een snoepwinkel maar nergens mogen aankomen, maar m’n nachtelijke wekdienst is te uitputtend aan het worden om nog lang vol te houden. En aangezien er voor alles een oplossing is, hoop ik dat dit voor mij de betere is! Tot slot nog een laatste woordje over m’n thesis, om dit daarna helemaal af te ronden. M’n criticus z’n leuze is: There is a crack in everything, that is how the light gets in. Ik denk dat mijn krak soms zo diep is als die van de Grand Canyon, maar laat ons positief blijven, dan kan er gewoon gigantisch veel licht, zon en kracht binnen komen! Liefs en tot later! Lindsey
Comments