top of page
  • Foto van schrijverLindsey De Grande

Augustus '23: You can never cross the ocean, until you have the courage to lost sight of the shore


Als de voorbije jaren al een rollercoaster waren, dan waren de afgelopen weken een pittige extra rit, zeker ook de tilt test.

Wanneer ik de eerste 30 minuten van de test nog dacht dat het een van de saaiste onderzoeken van m’n leven ging worden, dacht ik er 2 minuten later compleet anders over. Om dan later in het verslag te lezen: lichte verschijnselen zijn opgetreden. Ik moest spontaan aan een patiënt van me denken, die ondertussen al enkele jaren met een pacemaker door het leven gaat en een soortgelijk probleem als mij heeft. Na ook een heftige reactie op de tilt test en een dokter die het afwimpelde als iets banaals kon ze niet anders dan eruit persen: do I really need to die on the tabel first? Ze zei het al lachend toen ze het me vertelde, maar uit ervaring weet ik dat er achter die lach, ook heel wat verdriet en soms frustratie schuilt. Het doet me ook beseffen dat ik moet stoppen met m’n klachten te bagatelliseren tijdens een onderzoek. Ik wil niet als een schreeuwende zeeleeuw overkomen, maar ik was wel zo nat en glibberig als eentje, die dan ook nog eens zeeziek werd er bovenop.

Op 2 minuten tijd werd ik compleet zwart voor m’n ogen, kotsongemakkelijk, het zweet hutste van me, m’n bloeddruk zakte onder de 60/30, ik kreeg instant een zware migraine aanval, ik voelde m’n armen en benen niet meer, maar inderdaad, ik ben niet flauwgevallen. Terwijl het enige wat ik op dat moment kon denken was: laat me flauwvallen, laat het stoppen. De verpleegsters voelden een drang tot communiceren en ik kon alleen maar mompelen: ik voel me slecht, ik voel me slecht. De dokter werd er bij geroepen omdat ik nog steeds op m’n benen stond, letterlijk dan, maar na een aanblik van een milliseconde was het voor hem duidelijk dat de tafel zo snel mogelijk terug plat gezet moest worden. Het heeft me enkele uren en minstens 2 liter zweet gekost om terug een beetje mens te zijn. Dat beetje mens werd helaas snel de kiem in gesmoord toen ik na anderhalf uur wachten de dokter 1 minuut in de gang kon spreken omdat hij weggeroepen werd. Uiteraard oprecht alle begrip voor noodgevallen, ik zou ook wensen dat m’n dierbaren of ikzelf dan een dokter hadden die een sprintje trok richting de spoed. Alleen was het voor mij belangrijk of en hoe ik zelf nog sprintjes kan trekken. In het leven. In m’n sport. Zonder dood of flauw te vallen. Of wat dan ook. Zijn collega nam het over, als je 5 minuten overnemen kunt noemen, maar gaf ook toe dat ze m’n dossier niet kende. Het is niet dat ze niet vriendelijk was, maar mijn vermogen om nuchter na te denken lag samen met m’n zweet ergens op de grond bij de Tilt tafel. Ik had dus gehoopt dat het gesprek anders ging geleid worden dan: ‘Heb je nog vragen, maar ik denk dat alles al gezegd is’. Van alle testen is er geen enkele normaal uitgekomen. Maar ook geen enkele abnormaal in die zin dat het in een duidelijk hokje te steken valt. Ik fladder ergens tussenin, voor de zoveelste keer. Al voel ik me niet meteen fladderend op dit moment! Dat maakt de beslissing voor de volgende stap niet eenduidig. En dus ook niet gemakkelijk.

Toch heb ik het afgelopen weekend proberen ‘fladderen’ op de atletiekpiste. Sinds 13 mei,

de opname op spoed, heb ik 18 keer een dokter of de binnenkant van een ziekenhuis gezien. Gemiddeld om de pakweg 4 dagen dus. Los van de hartproblemen en de emotionele storm, bleef er dus weinig energie en/of tijd over om überhaupt nog structuur in m’n trainingen te steken. Chapeau voor m’n trainster Grete, die telkens de tijd nam om het schema aan te passen, en om contact met mij op te nemen wanneer ik verdacht stil werd. Ondanks dat ze heel wat wereldtoppers onder haar hoede heeft, is het mooi om te zien hoe elke atleet voor haar in de eerste plaats een persoon is waar ze om geeft, ongeacht de prestaties op dat moment. Maar de voorbije weken werd wel pijnlijk duidelijk dat ik op deze manier niet het niveau kan trainen en presteren wat ik intrinsiek in me heb, en waar ik voor aan het trainen was. Teveel slechte nachten, wisselen teveel zombie-dagen af. Teveel momenten waarop de rem van m’n hart zo hard ingedrukt staan, waardoor het dweilen met de kraan open is wanneer ik vol goede moed plankgas geef. Er zijn nog steeds heel wat vraagtekens voor mij, omdat er geen enkele duidelijke oplossing is. Omdat het hoogstwaarschijnlijk opnieuw iets is, waar ik mee zal moeten leren leven. En omdat er vermoedelijk enkel een paar pogingen zijn, om uiteindelijk toch met een pacemaker te eindigen, iets wat ze gezien m’n leeftijd en het feit dat ik nu nog niet flauwval, nog even proberen uit te stellen. En toch was het ook op doktersadvies dat ik zoveel mogelijk mijn dagelijkse structuur probeerde te behouden, waar ook lopen een vast onderdeel van is. Ik kan niet zeggen dat het altijd prettig of energiegevend was, maar de trainingen waarvan m’n hart een opgewekt sprongetje maakte, gaven me voldoende moed om de volgende stap, letterlijk en figuurlijk, in het leven en in m’n training, aan te gaan.


Het Belgisch Kampioenschap stond het voorbije weekend op het programma. Het was al even duidelijk voor mij dat dit niet als deelnemer zou zijn. Misschien zelf nooit meer. En dat is hard. En pijnlijk. Al weet ik ondertussen dat er andere zaken nog veel meer pijn kunnen doen in het leven. Maar ook dat er voor elke onderbroken weg, een ander pad klaar ligt, ook al zien we die vaak niet meteen. Soms een omleiding, soms een afslag, soms nog in aanleg, maar altijd een pad. Omdat ik erin geloof dat alles een betekenis heeft en met een reden gebeurt, wilde ik ook proberen hier een zinvolle betekenis van te maken door haas te zijn tijdens de finale van de 1500m. Sinds het puntensysteem en de wereldranking, is het van groot belang om naast een Belgische titel en/of medaille, ook een goede prestatie neer te zetten. Op afstandsnummers is dit zeker niet vanzelfsprekend en een beetje hulp is dan altijd welkom. Aangezien ik het maar de laatste 10 dagen wist, was het ook slechts een beetje. Het feit dat het hondenweer was met rukwinden tot 60km/ uur toen onze race startte, maakte het er niet beter op.

Maar ik probeerde me te focussen op m’n beweegreden en doel. Als ik dan toch mijn atletiekdoel/droom (op dit moment) niet kan waarmaken, dan kan ik misschien proberen om anderen te helpen hun atletiekdoel/droom waar te maken, binnen de mogelijkheden die voor mij wel nog weggelegd zijn met mijn huidige gezondheidssituatie. En niemand weet wat de toekomst brengt, toch? Ik kan wel pleiten voor een mooiere wereld, een wereld waarin we elkaar sterker kunnen maken, waarin we het goede proberen te zien in elkaar en in onszelf, maar dat zou niets betekenen als ik het niet elke dag probeer toe te passen op mezelf. Met vallen en opstaan, we zijn allemaal mensen. Hoewel m’n hart al zoveel gebloed heeft, voel ik dat dit hetgeen is dat m’n hart nu nodig heeft om een beetje aan te sterken en me open te stellen voor al het onvoorspelbare dat ongetwijfeld nog op me te wachten staat, maar waar hopelijk ook mooie mensen, gebeurtenissen en dingen zullen tussen zitten. Ik had 10 dagen om het snelle ritme toch een beetje in m’n benen te krijgen, en na 700m vechten met de wind en de verzuring, was het aan Elise om moedig verder te knocken! Het gaf me gezien de situatie misschien zelf meer voldoening dan een eigen medaille me had gegeven, om haar te zien winnen in 4.11 en vermoedelijk een plaatsje in het Belgisch team voor het wereldkampioenschap!

De onderzoeken zijn achter de rug en hoewel het vooral m’n zenuwstelsel is dat verkeerde signalen (of net geen signalen) doorgeeft, ga ik de eerstkomende weken kijken of een medicatie voor het hart kan helpen om de veel te lange pauzes in m’n hartslag in te korten. Ik wacht nog even op de goedkeuring van het bedrijf en op het plaatsen van de monitor die voor minstens 30 dagen zal registreren hoe m’n hart al dan niet reageert op de behandeling. Geen enkel vezeltje in m’n lichaam staat hiervoor te trappelen. Maar aangezien ik wil proberen om wel nog even door dit leven te trappelen, ook al voelt het soms als watertrappelen, is het wel het proberen waard. Als we de oceaan willen oversteken, moeten we soms de moed verzamelen om de oever uit het zicht te verliezen. Dat is ook hoe het de komende weken en maanden voor mij zal zijn! Wie weet wat en wie ik onderweg en aan de overkant tegenkom!

Liefs

Lindsey

(Foto's @Jolien De Bock)

230 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page